Deze blog is een niet verstuurde brief aan 1 van mijn oude therapeuten. Ik heb al eerder over haar geschreven (Beschadigd door therapeut), maar nog nooit het hele verhaal verteld. Laatst kwam ik dit artikel tegen: Hilly’s therapeut ging twintig jaar lang te ver, voor het haar lukte er iets aan te doen. Alhoewel mijn verhaal heel anders is dan dat van Hilly, herkende ik wel een aantal dingen. Ik wist me na 8 maanden los te maken, maar ik kan me niet voorstellen hoe onmogelijk dat moet zijn als je therapeut een (emeritus) hoogleraar in traumatherapie is.
And I want it, I want my life so bad
I’m doing everything I can
Then another one bites the dust
It’s hard to lose a chosen one
– uit Elastic heart van Sia
Beste therapeute,
Alhoewel deze brief aan jou is gericht, schrijf ik hem voor mezelf. Het kan zijn dat je niet meer weet wie ik ben, maar helaas weet ik nog heel goed wie jij bent. Je zit in mijn hoofd en dat belemmert me. Jouw woorden cirkelen rond en komen naar de oppervlakte als ik ze het minst kan gebruiken. Jouw daden hebben ervoor gezorgd dat ik nog moeilijker mensen toe kan vertrouwen, omdat ik bang ben dat ze me net zoveel pijn zullen doen als jij dat hebt gedaan. Hoe graag ik het ook wil, ik krijg je niet uit mijn systeem. Dat maakt me boos.
Oordelen
Terwijl ik dit schrijf, schieten de oordelen over mezelf door mijn hoofd. Het voelt alsof het mijn eigen schuld is, ik had kunnen weten dat je me niet kon helpen en ik schaam me ervoor dat ik het zover heb laten komen. Jouw enige scholing waren een aantal cursussen die niets te maken hadden met mijn problematiek. Maar ik was 19, ziek en vertrouwde erop dat je de waarheid sprak als je zei dat je me kon helpen. Ik wilde niets liever dan geloven dat het waar was. Ook was ik een paar maanden daarvoor weggestuurd bij een GGZ-instelling, omdat ze vonden dat ik niet genoeg mijn best deed om beter te worden. Ik durfde daardoor niet meer naar de huisarts te gaan en ik dacht dat jij mijn enige hoop was. Het ging al mis voordat ik je überhaupt had ontmoet.
8 maanden
Het is nu inmiddels 7 jaar geleden dat ik op een dinsdag in maart voor het eerst bij jou voor de deur sta. Ik mail in die tijd met iemand die denkt dat jij me zou kunnen helpen. Dus daar sta ik dan, vertwijfeld bij jou voor de deur. Ik zit middenin mijn eetstoornis en ben bang, heel bang. Je woont, samen met je man, niet bijzonder groot, maar toch redelijk ruim. Het kleinste kamertje van jullie geel geschilderde woning is zorgvuldig ingericht als therapieruimte. Ik vind het wat benauwd, maar tegelijkertijd voelt het geborgen aan. 8 maanden lang breng ik bijna elke week een uur door in het kamertje dat steeds kleiner lijkt te worden. Jij zit altijd bij de deur, ik bij het raam.
Blind
In het begin voelt het goed. Ik voel me enigszins veilig en klamp me vast aan dat gevoel. Het maakt me blind voor dat wat er wel is, maar ik niet wil zien. Je bent vriendelijk, geduldig en zet me niet onder druk. Ik heb het gevoel dat ik eindelijk echt bij iemand terecht kan, het is voor het eerst in mijn leven dat ik dat ervaar. Je bent er voor me zoals er nog nooit iemand voor me is geweest. Ons contact gaat ver. Ik zit een keer bij je op schoot en je knuffelt me regelmatig. Ik merk wel dat er dingen niet kloppen, maar mijn wanhoop wint het van mijn twijfels.
Te ziek
Achteraf denk ik dat ik te ziek was om door jou geholpen te kunnen worden, maar je geeft niet op en gaat over grenzen om me wel te helpen. Het beste wat je echter kan doen, is me doorverwijzen. Je hebt niet voldoende kennis van anorexia, seksueel misbruik en de andere trauma’s in mijn verleden. De dingen de je zegt, duwen me verder in de anorexia en doen me geloven dat ik helemaal geen trauma’s heb.
Lichaam
Zo begin je bijvoorbeeld regelmatig over mijn lichaam. Ik moet aankomen, zodat ik nog net op tijd “basale borsten” kan krijgen. Ik ben daar nooit uit mezelf over begonnen, waar je het vandaan haalde dat dat me bezig houdt, weet ik niet. Met vrouwelijke vormen heb ik juist vanuit mijn misbruikverleden veel moeite. Ik voel me steeds heel ongemakkelijk als je erover begint. Het versterkt mijn eetstoornis en maak me bang. Waarom kijk je op die manier naar mijn lichaam? Waarom vind je dat dit voor mij belangrijk moet zijn?
Experimenteren
Als ik met veel moeite naar je schrijf dat ik ben misbruikt, neem je dit niet serieus. Je zegt dat ik er niet mee hoef te zitten. Je woorden zijn geruststellend bedoelt, maar ze verwarren me alleen maar meer. Je weet dat er dingen tegen mijn zin in zijn gebeurd, maar je vind dat experimenteren normaal is. Niets om mee te zitten, je hebt dat immers zelf in het verleden ook met je nichtjes gedaan. Het hoort erbij. Ergens in mijn hoofd sluit iets zich af en ik maak op dat moment onbewust de keuze er niet meer over te praten.
Genoten
Verder suggereer je dat ik van het misbruik genoten zou hebben en er daarom mee zit, omdat ik op vrouwen zou vallen en me daarvoor schaam. Mijn geaardheid is op dat moment niet iets waar ik me mee bezig houdt, maar voor mij zou het geen probleem zijn als ik vrouwen val. Je woorden gaan compleet voorbij aan hoe ik erin sta en doen nog steeds veel met me, omdat het raakt aan de reactie die mijn lichaam tijdens het misbruik had. Iets waar ik me ook voor schaam en nog steeds liever verberg dan dat ik erover praat. Jouw suggestie versterkt dat.
Vorige levens
Daarnaast sluiten jouw spirituele denkbeelden niet aan bij die van mij. Op zich vind ik dat geen probleem, zolang je jouw ideeën maar niet aan me opdringt. Dat doe je echter wel. Wat er met mij is gebeurd, kan volgens jou mijn klachten niet verklaren. De reden dat ik er toch zoveel last van heb, moet dus wel door gebeurtenissen uit mijn vorige levens komen. Ik heb daar niet veel mee, maar dit is de enige optie die er volgens jou over blijft. Ik voel me hierdoor nog meer een aansteller en weet niet goed hoe ik hiermee om moet gaan.
Verandering
Ondanks dit alles blijf ik bij je in therapie. Het knagende gevoel over de dingen die je zegt en hoe we met elkaar omgaan, stop ik zorgvuldig weg. Het bestaat niet. Tegelijkertijd blijf je ook lief en zorgzaam, totdat er opeens iets verandert. Ik vertel je dat ik je vertrouw en dat lijkt voor jou een teken te zijn dat het tijd is om dingen anders te gaan doen. Vertrouwen is voor jou een excuus om datzelfde vertrouwen juist te schenden. Het lieve en zorgzame verdwijnt steeds meer naar de achtergrond. Het is er af en toe nog wel, maar tegelijkertijd wordt je dwingender en kouder. Je wordt onvoorspelbaar en soms voelt het meer alsof ik voor jou kwam in plaats van voor mezelf.
Op kamers
Het gaat niet beter met mijn eetstoornis, maar jij bedenkt een oplossing. Jij en je man verhuren kamers aan studenten. Er is er net eentje vrijgekomen en daar kan ik intrekken. Op die manier kan je me beter helpen met eten en kan ik me losmaken van mijn thuissituatie. Nu besef ik me pas hoe onverantwoord dit plan alleen op het gebied van eten was. Ik had ernstig ondergewicht en jij niet de expertise om me te helpen om op een veilige manier aan te komen, zowel lichamelijk als mentaal.
Keuzes
Ik twijfel en word heen en weer geslingerd tussen het wel en niet doen. Ik bespreek het met mijn ouders, maar die zijn er fel op tegen. Je zegt dat ik heldere keuzes moet maken en die moet durven verkopen, maar het zijn jouw keuzes en niet die van mij. Ik moet kiezen wat jij me opdraagt. Ik voel me verscheurd. Ik heb constant ruzie met mijn ouders en ben bang om zowel door hun als jou in de steek te worden gelaten, omdat ik jullie niet allemaal tevreden kan houden. Ik besluit om niet in de kamer te trekken en uiteindelijk lijk je je daarbij neer te leggen.
Dichte deur
Als ik twijfel over ons contact, spoort de vriendin die mij jou heeft aangeraden me aan om toch door te zetten. Om elke keer weer naar je toe te gaan. Ik weet nog dat je me aan het einde van ons contact mailt. Je hebt je bedacht. Als ik niet bij jou in de kamers trek, kan je me niet meer helpen. Ik twijfel of onze volgende afspraak nog wel door zal gaan, maar de vriendin me ervan dat je het anders wel had laten weten en dat je me niet voor een dichte deur zou laten staan. De volgende dag is dat echter precies wat er wel gebeurt. Ik bel je trillend op. Je bent boodschappen aan het doen en bent “vergeten” dat we een afspraak hadden. Daarna heb ik je nooit meer gezien.
De brief
Als ik die dag thuiskom, zie ik een brief aan mijn moeder op de mat liggen. Ik weet meteen dat er iets niet klopt en maak hem open. Ik word misselijk van wat ik lees. Het is een laatste poging om me toch bij jou op kamers te krijgen, dit keer via mijn moeder. Je schrijft dat ik jou vertrouw, terwijl je met die brief dat vertrouwen volledig kapotmaakt. Je schrijft over dingen die ik je in vertrouwen heb verteld en je schrijft dat je wilt weten wat de waarheid is. Je gelooft niet wat ik je verteld heb en wilt bij mijn moeder checken wat waar is en wat niet. Bijgevoegd heb je ook een mail die je eerder naar me hebt gestuurd, waarin je jezelf omschrijft als reddende engel. De oplossing voor wat er allemaal speelt, zolang ik maar bij jou in de studentenkamer trek.
Langsrijden
Zelfs nadat ik heb aangegeven te willen stoppen met de therapie geef je niet op. Ik heb nog een boek van je liggen. Ik wil het naar je opsturen, maar jij komt het liever ophalen. Het kost me veel moeite om te voorkomen dat je langs komt terwijl mijn ouders thuis zijn. Later mail je me dat je toch langs mijn huis bent gereden. Je vind dat het er armoedig en stil uitziet en vraagt je af of dat de reden was dat ik niet wil dat je me bij me langskomt. Ik kan nog steeds niet begrijpen dat je niet doorhad dat ik je niet meer vertrouwde en dat ik je niet in de buurt van mijn ouders wilde hebben. Ik was bang voor wat je dan zou doen en het voelde heel onveilig dat je langs was gereden.
Afscheidsbriefje
In het afscheidsbriefje dat ik later met de post van je krijg, schrijf je dat het bijzonder was om me ontmoet te hebben. Ik krijg het benauwd als ik dat teruglees, je hebt geen idee hoe dit alles voor me was. Ik weet dat je het goed bedoelde en er alles aan deed om me te helpen, maar goede bedoelingen kunnen ook veel kapot maken. Het heeft mijn problemen met mensen vertrouwen versterkt en praten over alles wat er speelt gaat me nog moeilijker af dan eerst.
Knagend gevoel
Als er één ding is wat ik wel van je heb geleerd, is het dat ik moet luisteren naar mijn gevoel. Dat is niet omdat je me dat hebt laten zien, maar juist omdat je me hebt laten zien wat er gebeurt als ik dat niet doe. Ik luisterde niet naar het knagende gevoel dat er iets niet klopte, totdat ik er te diep inzat. Als iets niet goed voelt, dan heeft dat altijd een reden. Of die reden nu in het verleden of het heden ligt, het is er en ik moet er iets mee. Meteen en niet pas als het al te laat is.
Groeten,
Jessica
You did not break me
I’m still fighting for peace
I’ve got thick skin and an elastic heart
– uit Elastic heart van Sia